Onze eerste verre reis is een reis naar het oosten. We gaan met een groepsreis van het -Schone Streven- naar Singapore, Sumatra, Java en Bali. Het was een geweldige reis met alleen maar hoogtepunten. Een leuke groep met mensen, geweldige reisbegeleiders en natuurlijk de prachtige natuur en cultuur. Een reis om nooit te vergeten. Het drukke Singapore, mooie indrukken van Sumatra en het Javaanse leven op Java heeft veel indruk gemaakt op ons. De laatse rustdagen op Bali waren dan ook wel verdiend.
Maandag 2 September. We worden weer netjes weggebracht naar schiphol. Bij balie 18 ontvangen we de laatste gegevens voor onze reis. Ook ontvangen we een tasje. Het tasje is van Het Schone Streven, de organisatie waar we de reis mee gaan maken. Zo kunnen we zien wie er nog meer bij ons in de groep zitten. We hebben fijne plaatsen in het vliegtuig. Na een tussenstop in Zurich maken we in het vliegtuig kennis met de Indonesische keuken. De vlucht duurt lang en van slapen komt weinig.
Dinsdag 3 September. In Singapore ontmoeten we de rest van de groep, en rijden naar ons hotel Miramar. Onderweg zien we al dat Singapore een schone stad is. Het hotel is goed en na een verfrissende douche begeven we ons naar Chinatown. Het is bewolkt en erg heet. We eten wat bij Mc Donalds. Daarna gaan we op de markt op zoek naar veters, want die hebben het begeven. We lopen wat te dwalen en de vermoeidheid slaat toe. We besluiten om terug te gaan naar het hotel. We gaan even lekker op bed liggen. Vanavond hebben we een dinerbuffet in het hotel. Dus mogen we ons niet verslapen. Tijd om te verzamelen in het restaurant. Het is werkelijk fantastisch zoals het buffet eruit ziet. Alles is mooi opgemaakt en het smaakt heerlijk, dit belooft nog wat.
Woensdag 4 September. Na een heerlijk ontbijt gaan we met de bus naar Mount Faber waar we een mooi uitzicht over het eiland Sentosa hebben. Ook bezoeken we de Indiase wijk en Chinatown, waar we een bezoek brengen aan de Hindu Tempel Sri Mariamman. Hindu tempels zijn erg kleurrijk en we kijken onze ogen uit. Mensen vinden het ook helemaal niet erg als je ze aanstaart omdat deze gebruiken bij ons in Nederland niet echt gewoon zijn. We rijden verder langs koloniale gebouwen en komen tenslotte bij een edelstenen fabriek uit. Hier kunnen we zien hoe de edelstenen verwerkt worden tot schilderijen, sierraden en allerlei andere dingen. We gaan terug naar het hotel waar een heerlijke lunch op ons staat te wachten. Vanmiddag gaan we met de bus naar Orchard Road. Dit is de bekendste winkelstraat van Singapore. Er zijn veel elektronicazaken, waar de prijzen echt ver onder die van ons liggen. We gaan met de metro die hier zo mooi en schoon is, dat je van de vloer kunt eten. We stappen uit bij Clifford pier. Vandaar gaan we op zoek naar Merilan park. Hier staat een beeld van een leeuw, waar Singapore bekend om staat. Het beeld is klein en niet bijzonder, maar toch leuk dat we hem hebben gevonden. We lopen terug naar het hotel, maar het is verder dan we dachten en nemen onderweg dus maar een colastop. Na een douche zijn we weer klaar voor het eten en het is weer verrukkelijk.
Donderdag 5 September. We moeten vroeg op om het vliegtuig te halen wat ons naar Sumatra brengt. Om 10.30 komen we aan en worden ontvangen met mooie welkomstbloemen. We krijgen een nieuwe gids (Naher) en deze vertelt gelijk dat onze reisleidster in Singapore een omgebouwde man was. De reacties in de groep zijn erg leuk, vooral omdat de mannen nogal gecharmeerd waren van Deborah. Als we het vliegveld verlaten zien we gelijk de verschillen. Hier is het niet zo schoon en hier ruikt het ook anders. Wel is het hier super groen en alles ziet er mooi uit.We stoppen even om geld te wisselen en lopen dan ineens tussen het dagelijkse leven op Sumatra. De fiets riksja's en brommertjes rijden langs en mensen op straat willen je van alles verkopen. We rijden verder richting Toba meer. Onderweg stoppen we even voor een lunch, en snel weer verder want het is nog wel een eind rijden. Onderweg zien we het echte Sumatra. Het is voor ons niet voor te stellen dat deze mensen leven onder een golfplaten dak. Meestal in het donker en zonder enige vorm van luxe. Voor de deur hebben ze allemaal een kraampje waar ze van alles verkopen. We bezoeken een palmolieplantage en de gids vertelt er alles over. Het verkeer is een verhaal apart. Alle bussen hebben een chauffeur en een bijrijder. De bijrijder staat links in de bus en hangt van tijd tot tijd buiten het raam. Het is een zooitje, dit komt ook omdat het hier links verkeer is. Als we bij het Toba Meer aankomen begint het al te schemeren en we genieten op de boot van een mooie zonsondergang. Het is een half uur varen voor we bij het hotel aanmeren. Het hotel ligt pal aan het meer. We eten die avond op de veranda van het hotel.
Vrijdag 6 September. We gaan vandaag met de boot naar Amerita-eiland waar de stenen tafels en stoelen staan. Op het eiland bezoeken we een batikdorp. De huizen die daar staan zijn op een speciale wijze gebouwd. De daken zien eruit als bootjes. Helaas is het er erg toeristisch. We varen verder naar een ander eiland waar we een paar dansen te zien krijgen die een betekenis hebben voor dit eiland. Ook moeten we meedoen en zijn enkele mensen uit onze groep de pineut. Bij weer een ander eiland bezoeken we een schooltje. De kinderen vragen om pennen, snoep of geld om zelf pennen te kopen. We lunchen op Honeymoon eiland en hebben de gelegenheid om een duik te nemen. We maken daar dan ook gretig gebruik van. Na alle geneugten van het leven gaan we naar Tomok, waar we een bezoek brengen aan een graftombe. Ook hier is de weg ernaar toe erg toeristisch. We kopen wat leuke spulletjes. Bij de graftombe vertelt Naher nog een legende over een verloren liefde. We varen terug en krijgen pech met de boot. Er zit plastic tussen de schroef en lopen hierdoor wat vertraging op. Als we terug komen bij ons hotel krijgen we heerlijke gebakken banaan met een kop thee. We hebben na deze dag allemaal een beetje de pijp leeg en nemen een lekkere douche waar we goed van opknappen. Na het eten lopen we er even uit en komen terecht bij Elly. Ze heeft een barretje waar je kunt zitten, en wat drinken. Elly is een vrouw die volgens ons misbruik maakt van haar kinderen. Ze woont in het dorp en probeert wat geld te verdienen. Als het druk wordt in haar kroegje haalt ze haar kinderen van bed en laat ze die muziek maken. Het is wel een leuke avond, maar het kan niet goed zijn dat die kinderen bijna elke avond van hun bed gehaald worden.
Zaterdag 7 September. Je merkt dat de groep langzaam hechter wordt en er wort dan ook op de boot naar Parapat heel wat afgekletst. Je hoort van mensen dat ze op familiebezoek gaan. Ook gaan er mensen naar hun Foster Parents kindje kijken. Rob en Lucien zijn hier op huwelijksreis. Lucien is van Indische afkomst en zij gaat ook kijken waar haar ouders vroeger gewoond hebben. Frans is een homofiele jongen die van alle markten thuis is. Hij heeft echt van alles bij zich, van verloopstekkertje voor de video tot medicijnen voor welke kwaal dan ook. Hij leeft op een boot en heeft gisteren geholpen toen we ronddobberden op het water. We naderen de kust. We gaan verder naar een ananasplantage. Als we aankomen is er van alles te zien: kruiden, specerijen en natuurlijk ananas. Ik dacht altijd dat deze aan bomen groeiden; dit blijkt niet zo te zijn. Ze groeien aan lage struiken, en ze smaken heerlijk. We krijgen ananas te eten met zout. Vreemd, maar ze doen dit opdat je niet het zuur krijgt. Ik heb nog nooit zulke lekkere ananas gegeten, echt heerlijk. We brengen een bezoekje aan een school waar we met de kinderen gaan zingen. Dit is erg leuk. Sommige kinderen moeten iedere dag 10 km lopen om naar school te gaan. Bij ons zeuren ze al als ze niet op de fiets mogen als de school op de hoek van de straat is. We lopen verder naar een dorp dat bestaat uit rieten huisjes, en komen daar een stoet feestende mensen tegen, die offers brengen aan hun overleden familieleden. Ze graven deze mensen weer op en maken de botten schoon. Dit ritueel herhalen ze elke vijf jaar. Een beetje bizar. Na de lunch in Parapat lopen we over de markt waar we allemaal lekkere vruchten zien. Ook is er een slagerij, maar sommige dingen wil je liever niet zien. We bellen ook nog even naar huis. Alles is goed, alleen Frits mist ons wel heel erg, ondanks de aandacht die hij krijgt. We drinken nog even wat op een terrasje en gaan dan met de boot weer terug naar ons hotel. Het waait flink. In het hotel is inmiddels nog een groep van Het Schone Streven aangekomen. Na het eten halen we even de pennen op die we hebben laten maken. Het zijn houten pennen met de naam erin, erg mooi gemaakt. We kijken nog even naar een paar mooie beelden, maar we besluiten om deze nu nog niet te kopen, omdat je dan de hele reis ermee moet sjouwen.
Zondag 8 September. Het wordt vandaag een dag die in het teken staat van reizen. We gaan eerst met de boot naar Parapat. Vandaar met de bus naar het vliegveld, dan met het vliegtuig naar Java (Jakarta) en vandaar met de bus naar Bogor. Voordat we Sumatra verlaten, bezoeken we nog een rubberplantage waar veel kinderen lopen. Iemand in onze groep heeft ballonnen bij zich dus feest alom. De kinderen maken elkaar bijna af. Het is een raar gezicht om al die rubberbomen te zien met bakjes aan de stam. Er wordt 1 keer per week(dag) een stukje bast weggehaald van de stam, waardoor er vloeibaar rubber vrijkomt. Dit wordt dan opgevangen in het bakje, overgebracht naar de fabriek en verder verwerkt. Onderweg stoppen we nog en keer voor een sanitaire stop. Helaas hebben wij Ferdinand in de groep die niet zo slim is. Hij heeft zijn waardevolle spullen laten liggen op de grond voor het toilet. Hij komt daar achter als we al weer een tijdje onderweg zijn. Dus terug en maar hopen. Gelukkig liggen ze er nog. We lunchen in Medan en de chauffeurs brengen de koffers alvast naar het vliegveld, dus dat is prima geregeld. Als we afscheid hebben genomen van de chauffeurs en Naher gaan we op weg naar Java. Op Java krijgen we een nieuwe reisleidster. Ze heet Tonnie. Het is een vrouwtje van ongeveer 60 a 65 jaar. En klein van stuk. We gaan op weg naar Bogor. De eerste tegenvaller van de reis is de bus. De bus die we nu hebben is niet afgestemd op westerse toeristen. De beenruimte is veel te klein. Het hotel is weer prima. Als we met Tonnie in gesprek komen over de problemen met de bus, is haar eerste reactie: we zijn hier niet in Nederland. Het eten vanavond is weer goed. Dus hebben we er alle vertrouwen in dat het wel goed komt.
Maandag 9 September. Tonnie is een dame van regels en als ze zegt 8 uur dan is dat 8 uur, en niet 8.01uur. Iedereen is dus veel te vroeg in de bus deze morgen. Voor deze groep een openbaring, want het zijn elke keer dezelfde mensen waar we op moeten wachten. We bezoeken als eerste de botanische tuinen van Bogor. Tonnie kan bij de ingang geen goede gids vinden voor onze groep. Ze begint zelf dan van alles over de bloemen en planten te vertellen. Al gauw hebben we door dat we niet echt een gids missen. We denken dat we van haar veel meer leren dan van welke gids ook. In Indonesie wordt niets weggegooid. Dat houdt in dat alles van de bomen en struiken gebruikt wordt. Is het niet om te eten dan is het wel als kruid of als stookmiddel. We lopen door een bamboebos en komen uit bij het voormalige huis van de President. Het is een aardig optrekje op een mooie locatie. Na de lunch gaan we met 3 minibusjes naar een waterval. De rit ernaar toe is geweldig. Het wegdek is slecht en de weg gaat stijl omhoog en naar beneden. Het lijkt wel een achtbaan. Uiteindelijk kunnen we niet meer verder rijden en gaan we te voet verder. Het pad is modderig want het heeft net geregend. Het is een smal pad met ontzettend mooie vergezichten. Als we aankomen bij de waterval valt dit erg tegen. Het is maar een kleine. De waterval is niet erg geweldig maar de tocht ernaar toe des temeer. We blijven even rondkijken en lopen dan weer terug. Onderweg gaan we thee drinken bij een theehuis op een mooie plek met een prachtig uitzicht over het dal. Schitterend! . We hebben nog even de gelegenheid om in het winkeltje te kijken. Je kunt er mooie spulletjes kopen. Dan lopen we terug naar de busjes. De volgende stop is een wajangpoppenfabriek. Er zijn twee jongens aan het werk. Ze maken van een stuk hout de kop van de pop. Met eenvoudige gereedschappen maken ze erg mooie dingen. Dan worden de poppen gekleurd, en krijgen ze kleren aan. Het is kunstig om te zien hoe deze mensen met weinig middelen zulke mooie dingen kunnen maken. De omgeving waar het in gebeurd is donker en afgesloten. De poppen worden als je ze koopt ook nog eens als service in het hotel afgeleverd.
Dinsdag 10 September. Het is bewolkt, en erg warm, we zijn onderweg naar Jakarta. Om de oude VOC havens te bezoeken. De oude schepen worden nog geladen en gelost door arbeidskracht. De mannen worden betaald naar het aantal zakken die ze per dag sjouwen. Hoezo slechte arbeidsomstandigheden? We krijgen een gids die ons over een schip gaat rondleiden. Tonnie heeft van tevoren afgesproken dat we niet over een smalle lange loopplank het schip opgaan. Dit is helaas wel het geval. De gids neemt ons toch mee over een plank die smal en stijl is. Tonnie is erg boos en zegt tegen ons dat de gids gewoon geen fooi krijgt. Er zijn vaak mensen van afgevallen. Op de boot is alles van ijzer en hier en daar ligt iemand te slapen. De arbeiders lopen over diezelfde loopplank af en aan om het ruim te vullen. Het is er stoffig want ze vervoeren meel. Er lopen er bij met wel 4 zakken op hun rug. Als je ziet hoe schriel deze mannen zijn dan kan dit nooit goed zijn voor je rug. Vanavond hebben we een dansavond van kinderen uit de buurt van het hotel. Natuurlijk moeten wijzelf ook weer meedoen.
Woensdag 11 September. Vandaag hebben we weer een reisdag. Berry is aan de diarree en heeft al een tijdje op het toilet gezeten. Hij voelt zich alweer een stuk beter. Tonnie maakt snel een schietgebedje voordat we de lange tocht gaan maken. Onderweg stoppen we bij een theeplantage waar we een rondleiding krijgen. We lopen langs de huisjes waar de arbeiders wonen, en zien vrouwen die de theeblaadjes aan het plukken zijn. Het is de bedoeling dat ze van elke tak de 2 jongste, bovenste blaadjes plukken. Als we in de fabriek zijn zien we dat deze blaadjes gedroogd, vermalen en verpakt worden. Klaar voor de verscheping naar het westen. Zelf gebruiken ze ook veel thee, dus blijven de goedkopere soorten hier. We rijden verder over de Punchappas, in de oorlog zijn hier vele slachtoffers gevallen. Er staat een monument voor hen. We stoppen om thee te drinken en rond te kijken. We rijden verder langs het buitenhuis van Soekarno (niet slecht) en nemen een kijkje bij een bonsai kwekerij. Tijdens de lunch houdt Tonnie alles nauwlettend in de gaten. Er zijn mensen met darmklachten en die mogen van Tonnie geen vet voedsel eten. Dus Berry mag ook alleen maar rijst en lauwe cola. In de middag rijden we door naar Bandung. Er wordt alleen gestopt voor een foto of een beetje nicotine. Het hotel in Bandung is ook weer erg mooi en na het eten kletsen we nog gezellig wat na.
Donderdag 12 September. We stoppen op de markt in Lembang. Hier krijgen we van Tonnie uitleg over de voor ons vreemd uitziende vruchten en groenten. Een paar kilometer voorbij Lembang ligt Tangkuban Prahu. Een verzameling van zeven borrelende kraters. We rijden in de eerste versnelling naar boven. We krijgen instructie van Tonnie en gaan te voet verder. Het pad naar beneden is glibberig. Hoe verder we naar beneden gaan hoe groter de stank van zwavel wordt. De krater is schitterend en je verbaast je over de warmte van de stenen. De omgeving is echt heel mooi. De weg terug is minder eng maar wel vermoeiender. Op de parkeerplaats staan weer erg veel verkopers op ons te wachten. We kopen een Angklung. Dit is een schudinstrument van bamboe. Vanmiddag gaan we naar Saung Udjo. Daar staat een Angklungschool. Op deze school zitten kinderen die leren om op een Angklung te spelen. Kinderen in allerlei leeftijden maken muziek en het klinkt geweldig. Het is muziek uit West-Java. De kinderen doen het echt leuk en voeren voor ons ook nog een poppenspel op. In de werkplaats van de school krijgen we een stuk bamboe. Een leuk souvenir voor thuis. We laten het graveren, de man doet dit met een hete spijker! Het was een leuke middag. Na het eten kletsen we nog met Tonnie en gaan op tijd naar bed.
Vrijdag 13 September. Vandaag gaan we naar een paradijs voor Berry, een pannenfabriek! De manier waarop de pannen gemaakt worden verbaast ons. Alles is nog zoals het bij ons 50 jaar geleden was. De mensen hebben schik in het werk en vinden het leuk dat wij er zijn. Na enig overleg kopen we mooie warmhoudschalen en wat kleine schaaltjes. Berry is heel blij dat Tonnie dit voor ons heeft geregeld. Vanmiddag hebben we een vrije middag. We besteden de middag met zwemmen en luieren. Heerlijk.
Zaterdag 14 September. We rijden door een schitterend landschap met mooie sawa's en de ene sawa is nog mooier dan de andere. Tijdens een koffiestop ontmoeten we een groep reizigers van de Boer en Wendel. Ze klagen steen en been over de leeftijd van de mensen in hun groep en het oponthoud door enkele rolstoelers. (heb je een dure vakantie geboekt!). We stoppen bij vrouwen die de rijst aan het oogsten zijn en ook bij een hutje waar vrouwen tabak aan het snijden zijn. Het is er donker en warm en de vrouwen zitten de hele dag in de vieze lucht van gedroogde tabak. Onderweg lunchen we in Garut bij een Chinees restaurant. Na het heerlijke eten gaan we weer verder naar Kampong Naga. Dit is het oudste dorpje van Java. De inwoners hebben ervoor gekozen om heel geïsoleerd te leven. Via een steile trap bereiken we het dorp. Het bestaat uit 108 gezinnen (381 personen), die leven in een mooi schoon dorp zonder elektriciteit. Het doet ons denken aan een sekte. Ze hebben wat huisjes als winkeltjes ingericht waar het hoognodige wordt verkocht. Na dit leuke bezoek moeten we weer terug omhoog. Het was zeer de moeite waard.
Zondag 15 September. Vandaag gaan we via een mooie route naar het strand van Sipatujah. Onderweg stoppen we bij een cassave meelfabriek waar we zien hoe deze wortels worden gestampt en gedroogd. Op het strand aangekomen worden we onthaald met muziek en dans. Het is een mooi strand waar de dorpskinderen vrijuit kunnen spelen. Na de koffie met iets lekkers gaan we naar een schildpaddenfokkerij. Schildpadden leggen hun eieren op het strand. De jonge schildpadjes die hier uitkomen overleven het meestal niet. Dus graven de mensen uit het dorp de eieren uit het zand en zorgen dat ze verder uitgebroed worden. Na 1 maand, als de eieren zijn uitgekomen, laten ze de schildpadjes vrij in zee. Dit mogen wij nu doen. Het is geweldig, wij voelen ons ook zeer vereerd. Na dit spektakel mogen we meedoen aan een karbouwenrace. De karbouwen slepen een kar achter zich mee over het strand. Het lijkt wat zielig maar het schijnt niet zo te zijn. Dit gebeurt normaal alleen op traditionele feesten, maar nu speciaal voor ons. Wij hebben wel het gevoel dat we met alles boffen. Na deze hete dag is het heerlijk bijkomen in het zwembad bij ons hotel. Het eten is elke avond weer een feest, zo ook vanavond.
Maandag 16 September. We zitten halverwege de tour. Iedereen gaat gezellig met elkaar om. Het is een leuke groep waar we mee reizen. Vannacht zijn we weer geteisterd door Allah, maar voor de rest slapen we goed. Deze dag staat in het teken van de handwerkindustrie. We bezoeken eerst een bakstenenfabriek. Hier worden bakstenen gemaakt van modder uit de rivier.Het hele gezin werkt mee. De hele jonge kinderen liggen te slapen tussen de stapels met stenen. Buiten staan enorme rijen met stenen te drogen in de zon. Later gaan ze de oven in. De volgende stop is bij een parasolfabriek. Dit is meer een opgezet voor het toerisme en de export. Je ziet in heel Indonesie namelijk niemand met een parasol lopen. Alles aan de parasol is handwerk. Ze maken van hele dunne houten stokjes en draad eerst een geraamte, waarop wordt papier geplakt. Ook de parasols worden dan in de zon gedroogd. Als ze droog zijn worden ze in de mooiste kleuren met de mooiste motieven beschilderd.Als je ziet wat een werk er zit in het maken en dan de prijs bekijkt snap je niet hoe dat allemaal kan. Voor ons weer een leuk souvenir, we laten de parasol signeren met de plaats en datum. In hetzelfde steegje zitten ook mensen die prachtig borduurwerk maken. Ze maken kleedjes en kleding die ook worden versierd met prachtige motieven. En dat allemaal op van die hele oude Singer naaimachines. We reizen verder naar ons nieuwe hotel in Pangandaran, waar we tegen de middag aankomen voor de lunch. Het restaurant is in de open lucht. Het hotel ligt vlak aan de zee. Pangandaran is een klein gezellig dorpje waar we ons prima vermaken. Vanmiddag brengen we een bezoek aan een natuurreservaat vol met brutale apen. Schitterende beesten, ze halen de nootjes uit de zak. Na deze leuke wandeling gaan we terug naar het hotel, voor koffie met gebak! Eten is een belangrijke bezigheid geworden zeker in deze vakantie. De Indische keuken is voortreffelijk. En als je dan zo heerlijk buiten zit is dat dubbel genieten. We besluiten de avond met karaoken. Tja!
Dinsdag 17 September. We zijn op weg naar de Green Canyon, waar we in een bootje met 6 man de rivier opgaan. De route ernaartoe is weer schitterend. Alles is zo mooi groen. Als de boot een tijdje onderweg is komen we in een dicht begroeid gebied waar we verschillende slangen en een varaan zien. De rivier wordt steeds smaller en we komen in de Canyon. Het is hier werkelijk schitterend. Aan het eind van de Canyon is een grot, de liefhebbers kunnen hier zwemmen. Na deze prachtige tocht nemen wij een duik in de Indische oceaan. De stroming is erg sterk en je moet je goed staande zien te houden. Het water is heerlijk en het strand goed onderhouden. Wel gaat het verbranden hier erg snel, dus veel insmeren en zoveel mogelijk onder de palmbomen blijven, Er zijn ergere dingen te bedenken. Na de lunch in het hotel krijgen we een massage. Twee dames kneden in een uur tijd alles los wat vast zit, heerlijk. Vanavond hebben we een Indische avond. Het is de bedoeling dat we allemaal in Indische kleding worden gehesen en daarna een groepsfoto maken. Lachen hoor.
Woensdag 18 September. Vanmorgen staat een bezoek aan een kampong op het programma. We gaan met de becak. Wat een belevenis. Als we in de kampong aankomen we worden hartelijk ontvangen. We krijgen te zien hoe tahoe, temphe, gula djawa en kroepoek wordt gemaakt. Het is leuk om te zien hoe dit allemaal op een voor ons erg primitieve manier gebeurt.We kopen wat gula djawa voor thuis. Op de terugweg nemen we ook een slof kreteksigaretten mee. Vanmiddag hebben we nog een keer een massage. Dit keer was het bij mij iets pijnlijk. Als we weer zijn bijgetrokken lopen we nog een keer het strand op om te genieten van deze prachtige omgeving. We kopen wat nootjes voor de apen, deze zijn nog iets brutaler dan de apen van gisteren. Als ik even niet oplet zit er al een op mijn schouder. Raar gevoel hoor, die pootjes in mijn nek. Ze zijn heel zacht maar je moet wel uitkijken. We lopen over het strand terug naar het hotel. Met een pot heerlijke thee kletsen we met Tonnie over de fijne vakantie die we tot nu toe hebben. Na het eten bekijken we foto's van mensen die ze in het hotel hebben laten ontwikkelen. De kwaliteit valt wat tegen. Het was weer een mooie dag.
Donderdag 19 September. We hebben weer een lange reisdag voor de boeg naar Yogyakarta. We drinken onderweg op de grens van oost en west Java een bakkie koffie. Als we weer een tijdje hebben gereden stoppen we bij een cassave meelfabriek. Wat we daar zien is niet te geloven. Het is een grote donkere loods, waar over de lengte van de loods grote betonnen emmers staan. In die emmers staan mannen met hun heupen te draaien dus ze fungeren letterlijk als mixer. Het is ongelofelijk. En een schik dat deze mannen hebben, geweldig. Buiten verwerken de vrouwen de bladeren en de rest van de cassavewortel. We hebben zeep en shampoo uit de hotels meegenomen en verdelen dit onder de mensen. Ze vinden het geweldig. Na de lunch stoppen we nog een keer nu bij een dakpannenfabriek. Hier geldt hetzelfde als voor de cassavemeelfabriek. Ook hier wordt met het hele gezin gewerkt onder omstandigheden die bij ons niet meer voorkomen. Tonnie zegt dat we dit niet met Nederland moeten vergelijken. We rijden door een streek die bekend staat om zijn vogelnestjes die hier gegeten worden. Dit is een specialiteit voornamelijk voor Chinezen en die betalen er dan ook grof voor (100 USD per kilo). Een ander verhaal zijn de rode pepers. Deze worden niet eens meer geplukt omdat ze zo weinig opbrengen op de markt, erg triest. Als we in de buurt van het hotel aankomen waarschuwt Tonnie ons voor de prijzen in het hotel. Als we het hotel zien snappen we ook meteen waarom. Het heeft vijf sterren. Marmer en goud! Mooi hoor maar niet echt knus. We hebben wel een heerlijk lekker bed, dus geen reden tot klagen.
Vrijdag 20 September. Na een heerlijk nacht gaan we naar het Paleis van de Sultan, dat nu wordt onderhouden door hele oude mannetjes. Deze mannetjes zijn erg fotogeniek maar voor de rest vinden wij het niet echt bijzonder en werpen ons op de verkopers bij de bus. We maken een deal van 4 T-shirts voor fl 10.00; kunnen we onze oude shirts wegdoen. Hierna brengen we een bezoek aan de batikindustrie. Als we aankomen zitten er al wat dames buiten. Deze zijn bezig om met was een figuur op zijde of katoenen doeken aan te brengen. Binnen is het erg donker en heel warm. Daar staan grote waterketels op open vuur om de doeken te koken. In die bakken zit 1 kleur verf, daar gaat de lap in. Als hij eruit komt is het gedeelte dat niet bestreken is met was gekleurd. Dan moet de was er nog af en dan kan hij gewassen worden en verkocht. Dit alles is een heel karwei en de prijs die je ervoor betaald valt reuze mee. Natuurlijk is er ook een shop waar je batikschilderijen kunt kopen. We kopen daar een langwerpig zwart doek met geel en rood. Het is een afbeelding van een Javaanse vrouw die rijst aan het oogsten is. Iets verderop is ook nog een zilversmid. Bij dit werk moet je echt engelengeduld hebben. Ze werken hier met zilverdraad en maken daar de mooiste dingen van. Van broches tot kettingen en voorwerpen zoals een bv een becak. Ook hier vallen de prijzen in het niet als je ziet hoeveel werk en tijd erin zit. Na het eten gaan we naar een dansvoorstelling. Het is een ballet voorstelling over Sinta en Ramayan. We mogen een kijkje nemen achter de schermen. In de kleedkamer hangen schitterende fel gekleurde kostuums. Bij de make-up is het heel druk, de mensen zijn allemaal erg aardig. We liggen op tijd op bed na weer een geweldige dag.
Zaterdag 21 September. Tonnie wekt ons vroeg want ze wil vroeg vertrekken. We gaan naar de vlakte van Prambanan. Het grootste tempelcomplex van Java. Om halfacht zijn we er al. Zelfs de verkopers zijn er nog niet. Prambanan betekent letterlijk veel priesters. Er staan 240 tempels op dit enorme complex. Het is mooi en het lijkt erg veel op de tempels van Angkor in Cambodja. Als we terug komen bij de bus zijn de verkopers inmiddels ontwaakt en ontstaat er een ware veldslag. Geweldig. Onderweg stoppen we bij een beeldhouwerij, hier worden mooie spullen gemaakt, alleen een beetje erg groot en zwaar om mee te nemen. De volgende stop zal zijn bij de Borobudur. We zien de immense Borobudur al van verre liggen. De immense Borobudur vormt het deksel van een heuvel. Onderaan de trappen staan mensen die paraplu's verhuren en Tonnie raadt ons aan om dat zeker te doen. We lopen omhoog en halverwege zijn we inderdaad erg blij met onze paraplu. Het is vreselijk heet en de zon staat om deze tijd recht boven ons. We hebben een gids die alles vertelt over de afbeeldingen die op de stenen zijn gemaakt. De Borobudur is gebouwd 700jaar na Christus en is een van de zeven wereldwonderen en een van de grootste en bekendste boeddhistische bouwwerken ter wereld. Bovenaan gekomen is de warmte echt onbeschrijfelijk. Je raakt zowat onwel. Voordat we weer naar beneden gaan moeten we nog wel in een van de klokken de hand van boeddha aanraken, want dat brengt geluk. Na dit ritueel beginnen we aan de toch naar beneden. Goed uitkijken want het is inmiddels drukker aan het worden. We krijgen een lekker kopje thee aangeboden als we beneden zijn. Je kunt zien dat de Borobudur een echte toeristische attractie is. De verkopers zijn erg agressief. Je wordt wel handig met het onderhandelen over de prijs en dus kopen we nog wat kleine dingetjes. Als we uitgeput bij het hotel aankomen is een duik in het zwembad een welkome afwisseling. Even dobberen. Heerlijk. Na deze verfrissing lopen we even naar de plaatselijke buurtsuper waar we wat kruiden kopen en lekker flesje parfum.
Zondag 22 September. Op weg naar Malang maken we een paar fotostops. De rijstvelden liggen er prachtig bij in de ochtendzon. Na de koffie doen we ook nog een lokale vogeltjesmarkt aan. Dat is erg leuk, er lopen allemaal kinderen die het leuk vinden om met je te praten. Ze zijn een dagje uit met de padvinderij en proberen zoveel mogelijk engels te praten. De markt zelf is zoals de vogeltjesmarkt in Antwerpen, dus zielig. Alleen de vogels zijn hier anders. Bij het wegrijden zien we dat de kinderen worden vervoerd in open vrachtwagens. Bij ons is dat niet voor te stellen, maar hier kan het allemaal. Ze zwaaien en schreeuwen allemaal als ze voor ons rijden. Het is een mooi gezicht om te zien hoe blij deze kinderen zijn. Na de lunch krijgen we onderweg regen. Hier is regen echt regen en niet zoals bij ons een buitje maar hevige regenval. De wegen staan dan ook meteen vol met water. In Malang aangekomen genieten we nog wat na op onze veranda.
Maandag 23 September en Dinsdag 24 September. We beginnen aan de vierde week van onze vakantie en de vermoeidheid begint toe te slaan. Gelukkig is het in Malang wat koeler. Na het ontbijt gaan we Malang in om wat te winkelen. Als je in Malang wat wilt drinken moet je dit doen bij Toko Oen werd ons vertelt. Dit is namelijk een begrip in Malang. Achter de wit-groene gevel schenkt men koffie met onafzienbare rijen gebakjes en heerlijk ijs. En je proeft de koloniale sfeer uit de jaren dertig. In Malang vinden we ook een Mc Donald's. Dus is de keus voor de lunch snel gemaakt. Ik heb nog steeds vreselijke krampen die alleen maar erger schijnen te worden (niet van het eten hoor). Vanmiddag maar even aankijken hoe het gaat, want vannacht gaan we naar de Bromo. Bij het eten komt Tonnie naar me toe en ziet dat het niet goed gaat. Ze probeert er van alles aan te doen om mij toch maar mee te krijgen vannacht. Ze gaat samen met mij bidden. Ik ben al twee weken niet naar het toilet geweest en dat is het probleem. Helaas kan ze er niks aan doen en moet Berry alleen gaan vannacht. Om middernacht wordt hij gewekt en vindt het heel erg dat ik niet mee kan. Het is niet anders. Ik probeer nog wat te slapen maar ook dat is geen succes. Als ik 's morgens aan het ontbijt verschijn zegt Tonnie tegen mij dat we straks eerst langs de apotheek rijden voor een klysma en laxeertabletten. Gelukkig want ik voel me erg beroerd. Tonnie dacht in de eerste instantie aan de blinde darm. Zodra ik de eerste zetpil heb genomen gaat het na een uur al veel beter. Om 9.30 ontmoeten we de rest van de groep weer die naar de Bromo zijn geweest. De ene helft is wild enthousiast en de andere helft vond het minder. Berry vond de beklimming op de rug van een paard het spannendst. Een tocht om niet snel te vergeten. In een onwezenlijke sfeer wacht je dan op de zonsopkomst. De foto's vind ik zelf wel heel erg mooi en ik vind het ook jammer dat ik het heb moeten missen. We rijden verder en de hele bus slaapt zowat. Na een paar uur stoppen we bij een tabakbinderij. Er zitten allemaal vrouwen op de grond die de tabak bij elkaar binden en de mannen lopen heen en weer met grote balen tabak. De mannen zijn erg baldadig en ik moet dan ook hier en daar een bestraffend tikje uitdelen. En onze Tonnie maar lachen. Als we bij het hotel in Kalibaru aankomen zijn we erg verrast. We hebben allemaal 2 onder 1 kap huisjes met uitzicht op het zwembad. Het zwembad ligt onder aan de berg waar de huisjes tegenaan gebouwd zijn. Berry leeft zich uit in het zwembad terwijl ik nog een zetpil neem.
Woensdag 25 september. Als we uit onszelf vroeg wakker worden, gaat Berry buiten foto's maken en een stukje filmen. Want ons uitzicht vanuit het huisje is werkelijk grandioos. Vandaag gaan we een bezoek brengen aan een weeshuis. Dit weeshuis is tot stand gekomen door donaties van leden van de stichting Het Schone Streven. Weeskinderen en kinderen van hele arme families krijgen hier les in Nederlands, Engels en andere vakken. De school is nog niet zo oud en ziet er perfect uit, alles wordt goed ondergehouden. Enkele moeders zitten voor de deur van de school de hele dag te wachten vertelt, de lerares. De moeders doen wat handwerk. Het is emotioneel om te zien wat de stichting doet met het geld dat overblijft van de reisorganisatie. Deze kinderen hebben tenminste een toekomst. De meeste weeskinderen komen in een verdomhoekje en hebben dus nooit een kans iets van hun leven te maken. We gaan verder naar een plantage van kruiden en specerijen. Deze is van de dochter van de man die de grond voor het weeshuis beschikbaar heeft gesteld. Na de rondleiding door de tuinen waar we uitleg krijgen over het verbouwen en verwerken van de specerijen worden we getrakteerd op koffie met wat lekkers. De kinderen uit het weeshuis komen een dansje maken. Geweldig! Er lopen kleintjes bij die niet precies weten wat ze doen moeten, heerlijk om te zien. Rob en Lucien zijn op huwelijksreis. Ze worden omgetoverd tot bruid en bruidegom en zo gaan Lucien en Rob dan toch nog een beetje in traditie trouwen. Ze krijgen beide een mooi bloemstuk aangeboden wat helemaal gemaakt is van bananenblad. Ook wij krijgen een bloemetje en de mannen een kroon. Na deze gebeurtenis vertrekken we weer met de bus. We worden uitbundig uitgezwaaid door de kinderen. Onderweg stoppen we nog bij een pannenfabriek. De pannen worden gemaakt van oude stukken plaatmateriaal van de auto-industrie. Ze maken er bv. wadjanpannen en rijstkokers van. Als we bij het hotel aankomen nemen we een duik in het zwembad. Tijdens het zwemmen ontstaat het plan om voor de afscheidsavond van Tonnie een liedje te maken. Het wordt uiteindelijk een limerick. Iedereen doet mee en is erg enthousiast. We hebben veel plezier.
Donderdag 26 September. Vandaag gaan we picknicken aan het strand. In de haven waar we stoppen liggen mooie oude beschilderde vissersboten. Vanuit de haven lopen we naar het strand. Op het strand is het dikke pret. Tonnie heeft aan Ferdinand verteld dat hij hier niet mag zwemmen. De stroming in het water is veel te sterk en dus veel te gevaarlijk voor hem. Eigenwijs als hij is gaat Ferdinand toch het water in. De golven gooien hem tegen een rots. Het gevolg een kapotte rug en blauwe plekken. Enkele mannen gaan hem helpen en slepen hem uit het water. Ze laten hem maar een beetje spartelen want het blijkt dat hij ook niet eens kan zwemmen. Als hij het water uitkomt zit zijn zwembroek vol met zand. Onze reisleidster die dat ziet schiet in de lach en komt niet meer bij. Al met al erg hilarisch. De middag hebben we vrij en gaan we een kampong bezoeken. We komen een stel kinderen tegen die ons van alles willen laten zien. Ze vertellen ons hoe zij leven in een kampong. Het is erg leerzaam. We geven ze wat te drinken, en als we op een markt komen kopen we een paar schoenen en kleding voor ze. De kinderen nemen ons uit dank mee naar hun huis. Ze willen spullen aan hun ouders laten zien. Het hele dorp loopt uit. Moeders met hun kind aan de borst komen naar buiten, ook het dorpshoofd is aanwezig. We moeten binnen komen in een huisje van een van de kinderen. De kippen worden van de bank gejaagd zodat wij kunnen zitten. Er wordt van alles te eten op tafel gezet en het is natuurlijk erg onbeschoft om er niets van te nemen. We eten een paar bananen en warme zoete aardappels. Het smaak ons prima. We praten nog lang na over deze zeer gezellige en leerzame middag. Het doet ons erg goed. Paul is jarig vandaag en dit vieren we met een borrel en taart. Tijdens het feestje hebben we meteen de gelegenheid om onze chauffeur en bijrijder te bedanken. Voor de veilige ritten op Java. We geven ze een fooi die niet in verhouding staat met hun salaris. Wij vinden dat ze dit meer dan verdiend hebben. Ook bedanken we de jongens die de hele reis voor onze bagage hebben gezorgd en ook zij zijn blij met hun fooi. Vanavond zijn ze onze gasten en eten ze gezellig met ons mee.
Vrijdag 27 September. Het is vroeg in ochtend als we afscheid nemen van het personeel van het hotel. Na een uur rijden komen we aan bij de veerboot die ons naar Bali zal brengen. Het is er erg druk en Tonnie regelt de overtocht. De bus blijft achter want op Bali krijgen we een andere bus. In de haven zwemmen kinderen. Ze duiken munten op die toeristen in het water gooien vanaf de veerboten. De overtocht is heerlijk. Op de veerboot laat Berry zijn schoenen poetsen. Hij moet wel extra betalen omdat zijn schoenen nogal groot zijn. Als we op Bali aankomen moeten we erg lang wachten voordat onze nieuwe bus er is. Wat blijkt, de chauffeur heeft onderweg een ongeluk gehad, en is erg geïrriteerd. Aan zijn rijstijl is dat dan ook goed te merken. Hij rijdt als een Kamikaze-chauffeur en krijgt veel commentaar van ons. Ook Tonnie zegt er wat van maar de chauffeur gaat steeds harder rijden, dus op hoop van zegen maar. Na een stop voor de lunch gaat het gelukkig een stuk beter. Bij het hotel aangekomen slaakt iedereen een zucht van verlichting. Dhyana Pura Hotel ligt aan direct het strand. Dhyana Pura is prachtig en heeft een groot zwembad. Dat wordt genieten de laatste dagen. Het hele complex van Dhyana Pura ligt in een mooie tuin. De rest van de dag brengen we dan ook door op een ligstoel heerlijk aan de rand van het zwembad.
Zaterdag 28 September. Vandaag hebben we een vrije dag. We wandelen naar het centrum van Kuta. Onderweg komen we verkopers tegen die op een vrij opdringerige manier hun waren aan de man proberen te brengen. Ze hebben niet in de gaten dat hoe meer ze zeuren hoe minder ze zullen verkopen. We laten ons toch verleiden en kopen wat (nep)parfums om van het gezeur af te zijn. We betalen natuurlijk niet de vraagprijs. Uiteindelijk betalen we nog te veel, merken we later. We lopen door want we willen graag nog verder shoppen. Uiteindelijk komen we bij het Hardrock café van Kuta en kopen daar een T-shirt. In de hoofdstraat van Kuta vind je de ene modewinkel na de andere. De Balinese keuken wordt er verdrongen door de Italiaanse, Griekse, Franse en Japanse. Wij gaan voor de Big Mac. We worden steeds lastig gevallen door verkopers. Mister, mister, please buy. Het mooie brede witte strand van Kuta Beach vergoedt veel. De meeste jongelui hier komen uit Australie om te surfen. Op het strand is het niet erg druk, maar het is wel gezellig. Op de terugweg naar het hotel komen we langs een winkel met houtsnijwerk. We gaan er naar binnen. Want wat is een reis naar Indonesie zonder houtsnijwerk? We zien twee prachtige beelden staan en zijn meteen verliefd. Zoiets zoeken we en we gaan in onderhandeling. De prijs valt mee dus inpakken en wegwezen. De beelden kosten samen nog geen fl16.00. In de namiddag gaan we met kleine busjes naar een Balinees tempelcomplex. De tempels op Bali zijn kleurrijker dan op Java. Als we weer verder rijden komen we een klein houtwerkbedrijfje tegen. De chauffeur stopt. Op de grond zitten jongens en snijden met zelfgemaakte beitels de mooiste figuren in houten deuren. Onze chauffeur vertelt dat er twee maanden wordt gewerkt aan een deur. Daarna gaan we naar Tanah Lot. Tegen het einde van de dag loopt het daar vol met toeristen. In Tanah Lot is de mooiste zonsondergang van Bali te zien. Het lijkt allemaal goed te komen. We hebben een mooie tempel op de achtergrond en we genieten bij voorbaat al van de mooie foto. Helaas verschijnt er uit het niets sluierbewolking, precies voor de zon. Jammer, maar toch de moeite waard. Vanavond nemen we afscheid van Tonnie. We hebben een lied gemaakt in limerick stijl en ze vindt het prachtig. We lachen nog veel bij het kampvuur. We halen leuke herinneringen op en gaan voor ons doen laat naar bed.
Onze laatste dag op Bali. Koffers en alle souvenirs goed inpakken. De laatste dag is altijd een dag van veel rondhangen. Voor we vertrekken gaan we nog even iets eten in een klein tentje op het strand. We nemen nasi met saté. De sate wordt opgediend op een klein houtskoolvuurtje in een conservenblik. Zo eenvoudig als het eruit ziet zo heerlijk smaakt het. En dat is Indonesie. Voor de laatste keer die heerlijke sfeer proeven en genieten van de rust. Een mooie afsluiting van een geweldige vakantie.
We vliegen terug naar Nederland ... Selamat jalan. Goede reis!